EricBots

Geplande speech 15 september 2007

Reactie (maart) op mededeling van aanstaande reĆ¼nie

Beste H.H. Jansen en Castro en oud internen.

Met enige verbazing heb ik de gedachtespinsels over de oorsprong van "kippen" gevolgd. Ikzelf van ca. 61 tot 65 intern geweest in de stad en heb daar mijn eigen breinroerselen over. Zouden de heren Jansen en Castro even niet willen meelezen en als ze dat toch doen a.u.b. met de meeste clementie want wat hier volgt zijn bekentenissen. Ik durf nu deze nu te doen omdat de meerdere feiten hieronder vermeld toch al verjaard zijn.

Op de Kapellerlaan, toevallig ook de weg naar Schoendelen, woonde in der tijd een oompje, tantetje met neefjes en nichtjes. Die pleegde ik tijdens mijn weekeinde als ik niet naar huis ging, regelmatig te bezoeken. We noemden dat veelbetekenend "vrij weekend". Vergeet niet dat met de schaarse zakcenten we ook wel eens een biertje gingen drinken in, oh nostalgie, de Peerdestal, welke kroeg ik nog lang daarna als de Paardestaart betitelde. Ik waag mij echt niet als rasechte Kempenaar aan uitspraak in het Limburgs van deze uitspanning tegenover de H. Geestkerk. En dat liep chronometrisch soms wel eens uit de hand zodat ik zeker wist dat Willum die grote eiken deuren al had gesloten en toch binnen moest zien te komen zonder letterlijk noch spreekwoordelijk "aan de bel te hoeven trekken". De oplossing lag voor de hand. Ik vraag jullie de ogen te sluiten en verstand en herinnering 45 jaren terug te zetten. We nemen de cour in ogenschouw en kijken vanaf het internaat onder een afdak en bomen door richting kapel en daarachter de "manege", welke als sporthal diende. We laten onze blik in gedachten naar links gaan en volgen een soort afdak en dan ontwaar je dan het badhuis met douches etc. Nog wat verder naar links gaat het weer met een als afdak naar de hoge muren van het schoolgebouw. Ik heb mij altijd afgevraagd wat het nut van die afdaken over en aan de cour was. Wij waren toch altijd bezig met voetballen. Iets anders dan om de surveillanten uit de regen te houden, kan ik niet bedenken. Ik herinner mij dat achter het badhuis en afdaken een tuintje lag, welke op een weggetje uitkwam slechts afgescheiden door een onnozel laag ligusterheggetje o.i.d.. Die twee lagere afdakjes en dat tuintje boden de ultieme mogelijkheid ongezien, ik moet met pret in mijn oogjes bekennen, als ware wij diefjes in de nacht, weer terug in interne gelederen te geraken, die dan meestal in de recreatieruimtes, 't Veenhuis of op een andere plaats aan het vertieren waren.. Ik moet toegeven van alle pret, sport, hobby's en goede tijd die ik op het BC gehad heb, was ik me het grote doel het HBS-diploma zeer veel waard. Maar de drang naar buiten was er. Je wilde tenslotte de wereld erbuiten exploreren om later tot vruchtdragende exploitatie te kunnen komen. Maar ook de drang er weer in onder die studieverantwoordelijkheidsgevoel. Zo nu weer even terug naar het onderwerp. Hier komt het feit dat we van klimbeesten afstammen heel goed uit. Want erin betekende je ophijsen langs regenpijpen. Zult u allen denken wat heeft dat alles met kippen te maken. Wel op die afdaken stond een schat ik twee meter hoge gazen hek of afrastering, hoe bedenken ze het, als ware onderdeel ener onneembare veste. Vondel's Gijsbrecht rept ook over zo iets. Het was oerdegelijk want hordes verlate internen hadden al lange tijd voor mij een techniek ontwikkeld om tegen het gaas op te klimmen. Met een ferme zwier over de top, als volbrachten ze een trapeze, raakten de voeten aan de goede kant op het zink. Dat gaas heeft het bij mijn beste weten jaren uitgehouden. Over kwaliteit gesproken. Die ferme zwaai was nodig om contact met kleding met de uitstekende gaaspieken te vermijden teneinde de broek niet te scheuren. Soms mislukte dat maar ik zal jullie de pikante details besparen. Die zijn toentertijd al in ruime mate belicht. Daarna was het verder een koud kunstje langs regenpijp of houten pilaar afglijden en op de tegels van de voetbalcour landen. Ik stel mij zo voor dat externen die dit verhaal hoorden en de horizonlijn van die gazen afrastering in ogenschouw namen alras de gelijkenis met een kippenren gewaar werden. Het waren tenslotte "boeren" die zijn vertrouwd zijn met dieromheiningen ... niet? Ik weet met een statistisch gezien aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat dit anekdootje de oorsprong is van de nomenclatuur "kippen". Zo, het zij gezegd.

Ik las in een van de berichten de naam Willum. Stemkens zoals ik nu ervaar. Ik heb nooit 's mans achternaam geweten. Als ie Jans(s)en(s) had geheten, had ik het ook geloofd. Na een jaartje op het BC sprak mijn peetoompje mij aan en vroeg wie toch die Willum Kleesj was, die altijd zo vriendelijk maar consequent met de lokale tong de telefoon opnam. Moet ik nog verder vertellen???

Het Veenhuis. Ik vraag mij af wat er geworden is van meneer van Veen, of "Henkie" zoals wij hem noemden als ie het niet kon horen. Hij had toen de leiding had over het Veenhuis, is toen getrouwd en uit ons zicht verdween. Weet iemand hem te traceren? Hij zal nu tegen de 70 jaren oud zijn. Een statig pand aan het Munsterplein waar yuppen nu een miljoentje of zo voor neertellen, speciaal door het BC ingericht met veelsoortige hobby-ruimtes. Veel tijd hebben we er doorgebracht en mijn voorliefde voor elektronica aangewakkerd, wat ook mijn studie en latere beroep is geworden. "Oh bommen en granaten" zou Kuifje's kapitein Haddock geschreeuwd hebben als hij aanschouwd had wat na de scheikundeles gebeurde met kaliumchloraat (KClO3) zorgvuldig gemengd met poedersuiker of nog erger zwavel. Welke ingrediƫnten we met nog schaarsere zakcenten na Peerdestalbezoek bij een apotheek of drogisterij in de stad kochten. Op internet wordt nu door terroristentuig dit recept alom aangeprezen. Oei, oei, het goedje is net zo gemeen als diesel en kunstmest. Maar meneer Jansen, u zij gerustgesteld. Er is nooit wat ergs gebeurd want het Veenhuis stond er nog toen ik het BC in 1965 verliet. Ook debet hieraan was de uitstekende scheikundeleraar, zijn naam ben ik vergeten, die zonder hij besefte ons de kneepjes en gevaar bijbracht. Indien de transitor OC13 en de diode OA3 uit de Philips bouwdoos mij niet in hun electronicahoudgreep hadden genomen zou studie scheikunde zeker in beeld geweest zijn. 't Is maar dat u het weet.

H.H. Jansen en Castro? Zult u, als we elkaar de vijftiende dezer negende maand spreken , mij vergiffenis schenken ondanks de pret in mij oogjes??? Of wist u ervan en heeft u in de loop der tijd reeds de hand over uw ruime hart gestreken? Ik ben benieuwd.

Groetjes,

Eric Bots Veldhoven, maart 2007

De teksten en media op deze site zijn zonder enige vorm van garantie beschikbaar onder de GNU Free Documentation License alsmede een Creative Commons-licentie van het type Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0.

Deze site is een initiatief van oud-intern WiebeVanDerWorp en wordt gesponsord door ViaISN.org.